Valente: ''Je hoeft als profvoetballer toch geen pratend robotje te worden?'' | OneFootball

Luciano Valente koos deze zomer bewust voor een overstap naar Feyenoord. De middenvelder had meerdere opties, maar de Rotterdamse club was voor hem de logische keuze. Het spelen in De Kuip en de sfeer rondom de club gaven uiteindelijk de doorslag. Dit vertelt de 21-jarige aanwinst in gesprek met het Algemeen Dagblad.

Valente vertelt dat er het afgelopen seizoen meerdere clubs interesse hadden. ''Maar als je weet dat Feyenoord er een van is, hoef je eigenlijk niet meer na te denken.'' De middenvelder kende De Kuip al als tegenstander. ''Als tegenstander had ik altijd kippenvel wanneer ik in De Kuip moest voetballen. Kun je nagaan wat er gebeurt als ik als Feyenoorder op dat veld sta. Als ik nee zeg tegen Feyenoord, dacht ik, dan ben ik knettergek. Echt, ik sta nu al te springen om de wedstrijd tegen Wolfsburg te spelen, laat staan die tegen Fenerbahçe. Zo’n entourage, dat wil je meemaken als voetballer.''

De aanwinst speelt het liefst met rugnummer tien, maar dat is al in gebruik bij Calvin Stengs. ''Los van het feit dat het nummer al vergeven is aan Calvin Stengs, ga ik natuurlijk niet direct het nummer 10 opeisen bij zo’n grote club als Feyenoord. Dan denken ze: zo, die heeft praatjes. Zo ben ik helemaal niet. Ja, ik ben overtuigd van mezelf. Dat is alleen iets anders dan arrogantie. Zul je mij niet op betrappen. Het zou geweldig zijn, hoor, ooit de nummer 10 zijn van Feyenoord. Maar laat ik eerst maar eens wat laten zien hier.''

Eerlijke speler

De middenvelder staat bekend als uitgesproken en wil dat ook als prof behouden. Hij noemde bijvoorbeeld zijn tegenstander Boy Kemper vorig jaar een matig ventje na een incident op het veld. ''Ik flap de dingen er meestal uit. Ben geen jongen die mediatraining heeft gevolgd ofzo, ben ik ook niet van plan. Je hoeft als profvoetballer toch geen pratend robotje te worden? Je mag toch wel gewoon een mening hebben? Kijk, Boy is een topvent. Ik heb in Spanje zó met hem gelachen. Maar als hij in het veld een grens overgaat, mag ik daar, vind ik, wat van vinden.''